Laatst moest ik er weer eens aan denken. Die eigenlijk wat eigenaardige link tussen geld en leed die zo in onze gemeenschappelijke psyche verankerd zit. Die van, ‘mij is leed berokkend, dus ik eis geld’-mentaliteit.[1]
Ik heb hier wel eens eerder bij stil gestaan. Toen ik er echt over nadacht, vond ik het eigenlijk best een merkwaardige link.
We vinden het blijkbaar heel logisch om geld te vragen voor iets wat niet op geld waardeerbaar is en ook feitelijk vaak niets oplost. Waar komt dan dit idee vandaan? Waardoor heeft iemand ooit voor het eerst gedacht: er is mij leed aangedaan. Wat zal ik doen? Aha! Ik eis geld! Wat was toen de link tussen dat leed en het geld? Hoe meer ik er over nadacht, hoe vreemder ik het eigenlijk vond.
We vinden het blijkbaar heel logisch om geld te vragen voor iets wat niet op geld waardeerbaar is en ook feitelijk vaak niets oplost. Waar komt dan dit idee vandaan? Waardoor heeft iemand ooit voor het eerst gedacht: er is mij leed aangedaan. Wat zal ik doen? Aha! Ik eis geld! Wat was toen de link tussen dat leed en het geld? Hoe meer ik er over nadacht, hoe vreemder ik het eigenlijk vond.
Dan vraag ik me nu af, waarom willen we dan eigenlijk juist geld? Wat hopen we er in te vinden? Rust? Afsluiting? Verwerking? Waarom vinden wij excuses niet genoeg? Ik denk dat voor het verwerken van leed, de erkenning ervan - in bijvoorbeeld de vorm van excuses - erg belangrijk is.[2] Vinden we deze erkenning in geld? Wordt het dan niet van geld afhankelijk gemaakt? Klinkt mij niet gezond. Dan zou dat betekenen dat vervolgens ook het verwerkingsproces afhankelijk wordt van geld. Toch?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten